 |
e techniek van
"Het portret":
|
Op
gekleurd Canson-Mi-Teintes papier zet je met een wit pastelpotlood de contouren op. Als je tevreden ben met het resultaat, ga je met een
wit pastelkrijt nog eens over de goede lijnen.
Je kan dit eventueel fixeren zodat je opzet niet verloren gaat bij het
doezelen.
Dit zijn de ogen van
het "portret" en het "paard" dat ik tekende in
softpastel. De volledige tekeningen vind je onder de knop " Wat
van mijn eigen werk". De pastels die ik gebruikte waren de
Softpastels van "Rembrand" De fijne details heb ik
afgewerkt met Conté pastelpotloden
De
ogen worden wel de ziel van het portret genoemd en zeggen iets
over datgene wat je tekent. Zijn de ogen slecht, kan
alles wat je hebt getekend je tekening teniet doen. Dit zijn kleine
details!! Het oog heb ik eerst getekend
met een wit Conté pastel potlood. Daarna ben ik begonnen om rond de
ogen te kleuren met een kleur (die bij de huid past). Toen kwam de
Iris aan de beurt (aangestipt met kleine puntjes blauwe pastel), de
kleur zal voor ieder portret verschillend zijn, want niemand heeft
dezelfde kleur ogen! Rond de Iris ook weer kleine puntjes witte
pastel tekenen (het oogwit en de Iris) uitwerken met een
papiergewikkelde doezelaar van Conté no 941 in een rondgaande
beweging. Als dit gebeurt is, teken je de pupil met puntjes zwart
pastel en doezel je dit uit tot een mooie ronde pupil.
Dan
de afwerking!
Dit
gebeurt met een zwart Conté pastel potlood, zachtjes tekenen rond de
Iris en rond de pupil en de wimpers. Niet te geweldig drukken anders
krijg je teveel pigment op je papier en zwarter dan zwart is er niet!
Met
een blauw Conté pastel potlood in de Iris een lichte streep binnen de
Iris geven (een lichtblauwe kleur) en dit weer uitdoezelen. Dit om de
Iris een glanzend geheel te geven en hierdoor komt hij er bol uit te
zien.
Als
laatste de lichtpuntjes plaatsen in de pupil. Rond het oog de schaduw
naar boven uitwerken en het oog diepte geven door dit af te zwakken met
witte pastel. De wimpers naar boven / beneden uitdoedelen met een
streek (de doezelaar met de zijkant op de zwarte streep plaatsen) Met
een doezelaar het weinige zwart naar buiten doezelen. (veel
doezelwerk)!! Succes. De lichtpuntjes zijn bepalend voor je ogen
en brengen deze tot leven!
Oog
van het paard met als kern de weerkaatsing van het licht in het oog
aangegeven met een wit pastelkrijt.
Daardoor
komt het oog tot leven.
In
een boek van Ray Smith "Nieuw Handboek voor de kunstenaar"
vond ik nog een leuke uitwerking van de Coventionele pasteltechnieken.
De
techniek is direct. Eerst werd de plaats van de gelaatstrekken vaag
aangeduid met potlood of pastel. Vervolgens werden, met de
achtergrondkleur van het papier als richtlijn voor het midden- tot
donkere toonscala, met witte pastel lichtpunten getekend op het
voorhoofd. Daarna werden de lichtste roze en gele tinten rondom de
lichtpunten aangebracht en de hele voorhoofdspartij kreeg op deze
manier vorm. Vervolgens werd een schone papieren doezelaar gebruikt
om naast elkaar gelegen tonen in elkaar te laten overgaan en het
pastel in het papier te werken, wat een vloeiend resultaat
opleverde. Op deze wijze kunnen pastels uitstekend worden gebruikt
om met toongradaties te werken. En hoewel pastels per definitie
meestal het beste tot hun recht komen als midden- tot lichte tonen,
kan op doeltreffende wijze een impressie van het gehele toonscala
worden gemaakt. De tekening werd vanaf het voorhoofd naar beneden
toe uitgewerkt en daarvoor werd dezelfde werkwijze gebruikt. Naast
elkaar gezette tonen werden met de doezelaar in elkaar gewerkt voor
de ogen, neus en mond. Van boven naar beneden werken voorkomt dat de
tekening wordt bezoedeld. Toen alle vormen waren omschreven, werd de
tekening opnieuw bewerkt. Tonen en kleuren werden bijgesteld, er
werden nieuwe overgangen gemaakt, de donkerste toetsen werden
toegevoegd en tenslotte werden de lichtpunten opnieuw aangebracht.
Voor kleine veranderingen en correcties, en voor het weggummen van
vegen werd kneedgum of (vers witbrood) gebruikt. Voor het maken van
een volledige toonscala werden er slechts tien pastels, van roze tot
donkerbruin, gebruikt.
Bij
het doezelen: Vanuit het midden van de lichtpunten werden met de
doezelaar zachte, rondgaande bewegingen gemaakt.
Nog
een tip van mij:
Probeer nooit te hard op je pastelkrijtje te drukken!
beter één
aantal kleine dunne lagen dan één
dikke laag! Je zal zelf moeten leren om je pastelkrijten zo optimaal
mogelijk te gebruiken! Dus scherpe lijnen met de scherpe kant van je
krijtje en grote vlakken met de zijkant van het krijtje. De Contouren kun
je nog eens aanzetten en uitdoezelen. Ik
kan nog wel meer op deze site zetten, maar dan is het einde zoek en word
je overstelpt met teveel informatie en krijg ik problemen met mijn
provider, omdat ik gebonden ben aan de beschikbare ruimte. Dus mijn
advies is gewoon veel zelf proberen, veel lezen, vragen en werk van anderen
bekijken hier leer je het meest van!
|